Pensioen |
Pensioen is het inkomen dat je van je pensioenfonds krijgt als je op een bepaalde leeftijd stopt met werken. |
Pensioenfonds |
Een niet-commerciële organisatie (stichting) die pensioen beheert en uitbetaalt aan de deelnemers van en gepensioneerden bij het pensioenfonds die tijdens hun werkzame leven pensioenpremie hebben betaald. |
Pensioenpremie |
Het bedrag dat (maandelijks) door jou en je werkgever wordt betaald aan de pensioenfondsen om je pensioen op te bouwen. |
Pensioenfederatie |
De overkoepelende belangenbehartiger van de niet-commerciële pensioenfondsen van Nederland. |
Zzp’er |
Een zelfstandige zonder personeel. Dat kan een freelancer zijn, een influencer of iemand anders met een eenmanszaak. |
AOW |
In Nederland hebben we de Algemene Ouderdomswet. Die zorgt ervoor dat we allemaal maandelijks een basisbedrag krijgen als we stoppen met werken (wanneer je mag stoppen, wordt door de overheid bepaald; deze leeftijd staat nu op 67 jaar en een paar maanden). Pensioen is in veel gevallen een waardevolle aanvulling op dit basisbedrag. |
Arbeidsvoorwaarden |
Afspraken die je maakt met je werkgever voordat je begint met werken. Loon, werktijden, vakantiedagen en pensioen. |
Partnerpensioen |
Dit is de uitkering die je partner ontvangt als jij zou overlijden. Juist in het geval dat dit vóór je pensioendatum gebeurt. |
Wezenpensioen |
Dit is de uitkering die je kinderen krijgen als jij zou overlijden. Juist in het geval dat dit vóór je pensioendatum zou gebeuren. Kinderen krijgen wezenpensioen tot een bepaalde leeftijd; vaak is dit 21 jaar. |
Arbeidsongeschiktheidspensioen |
Dit is een uitkering van je pensioenfonds waar je recht op hebt na twee jaar arbeidsongeschiktheid. |
Financieel specialist |
Iemand uit je eigen netwerk die veel verstand heeft van financiële zaken. Bijvoorbeeld je vader, je broer, een vriend of je buurvrouw. |
Hypotheek |
Een geldlening met onroerend goed (bijvoorbeeld een huis) als onderpand. |
Waardeoverdracht |
Het meenemen van je pensioen naar je nieuwe pensioenfonds. |